Overal Engels in Amsterdam? Joop (79) is er klaar mee: we wonen in Nederland

“Ik ging een hapje eten, maar ik verstond de bediening niet; ze praatten alleen Engels,” vertelt Joop, een 79-jarige Nederlander. Een avond die bedoeld was als een fijne maaltijd in Amsterdam, eindigde in een flinke domper. Hij had zin in een ongedwongen diner in de hoofdstad, maar door de taalbarrière met het personeel liep het totaal anders dan gehoopt. Wat begon als een leuk plan, draaide uit op verwarring en irritatie.

Toen hij binnenkwam, merkte Joop meteen dat het anders ging dan hij gewend was. Geen “goedenavond”, maar een “Hello, how are you?” van de ober. Hij dacht eerst dat het een grapje was. Toen hij in het Nederlands antwoordde, bleek de serveerster hem niet te begrijpen. Dat zorgde voor ongemakkelijke momenten, en al snel werd duidelijk dat niemand in de bediening Nederlands sprak.

Praten ging moeizaam. Het personeel bleef Engels tegen hem praten, terwijl hij gewoon in zijn eigen taal wilde bestellen. “Ik voelde me een vreemdeling in mijn eigen stad,” zegt hij. Gaandeweg kreeg hij echt het idee dat hij er niet bij hoorde, alsof zijn Amsterdam niet meer het zijne was.

Uiteindelijk vroeg hij of er misschien iemand beschikbaar was die wel Nederlands sprak. Maar ook die vraag kreeg een Engels antwoord, waardoor de irritatie alleen maar toenam. “Ik legde uit dat ik liever Nederlands praat, maar dat leek niet binnen te komen.” Bij het personeel groeide de wrevel ook; iemand rolde zelfs met haar ogen toen hij het nog eens probeerde.

Een kloof dicht bij huis

Joop heeft zijn hele leven in Nederland gewoond en overal in het Nederlands kunnen communiceren. Dat hem dat in een Amsterdams restaurant niet lukte, voelde voor hem als buitensluiting. “Alsof hun manier de norm was en ik daar niet in paste,” blikt hij terug op de ontmoedigende avond. Het voorval zette hem aan het denken over hoe snel steden als Amsterdam internationaler worden.

Het lijkt soms alsof toerisme en een internationale uitstraling zwaarder wegen dan wat bewoners nodig hebben. Veel Amsterdammers maken zich daar zorgen over. Ze merken dat ze zichzelf niet altijd meer herkennen in hun eigen buurt, omdat de balans tussen wereldstad zijn en de lokale cultuur steeds meer onder druk komt te staan.

Joop is zeker niet de enige met die twijfels. Wat hem overkwam, past in een groter spanningsveld: Amsterdam als trekpleister voor bezoekers versus Amsterdam als thuis voor de inwoners. De vraag is hoe je die twee kanten bij elkaar brengt zonder dat bewoners het idee krijgen dat ze aan de kant worden gezet.

Respect voor de lokale taal en cultuur is daarbij essentieel. Joops ervaring laat zien dat je oog moet houden voor wat mensen die er wonen nodig hebben, terwijl je internationale gasten nog steeds warm ontvangt. “We zijn toch in Nederland? Dan moet ik toch gewoon Nederlands kunnen praten?” besluit Joop. Het is een duidelijke oproep om de balans tussen globalisering en het bewaken van de eigen identiteit te herstellen.