“Waar is mijn Amsterdam gebleven?” mijmert Jan, 64, terwijl hij aan zijn koffie nipt in het stille dorpje net buiten de stad. Een jaar of tien geleden trok hij weg van zijn geboorteplek. Het was hem gewoon te veel: de hectiek, al die voorschriften en bovenal het constante Engels.
Van buurtgevoel naar toeristenmagneet
Jan groeide op in een tijd waarin je je buren kende en iedereen gewoon Nederlands sprak. Hij weet nog hoe de slager, de melkboer en de buurvrouw altijd even stonden te kletsen. Loop je nu met hem door de stad, dan hoor je vooral Engels om je heen.
“Mijn stad voelt niet meer als de mijne”
“In het centrum hoor ik vaker Engels dan Nederlands,” bromt Jan. “In mijn eigen land, in mijn eigen stad. Dat voelt raar.” Laatst vroeg hij om een biertje en kreeg in vlekkeloos Engels te horen dat de serveerster geen Nederlands sprak.
Amsterdam is niet langer van Amsterdammers
Volgens Jan is de stad een speelveld geworden voor bezoekers en kapitaalkrachtige nieuwkomers. Door torenhoge prijzen en buitenlandse kopers zijn veel geboren en getogen Amsterdammers weggetrokken. “Je hoort vaker rolkoffers dan straatmuziek,” zucht hij. “De stad bruist, maar niet meer voor ons.”
Een stad die zichzelf in de etalage zet
De schuld ligt volgens hem bij het massatoerisme. Jaarlijks komen er miljoenen mensen op af en de stad lijkt zich volledig naar hen te plooien. Menukaarten, bewegwijzering en zelfs winkelmedewerkers gaan standaard over op Engels. “Soms voelt het alsof Nederlands hier niet meer gewenst is,” zegt Jan.
De ziel van de stad is in vertaling verdwenen
Voor Jan lijkt het alsof Amsterdam een stuk van zichzelf heeft ingeleverd. “Alles staat in het Engels. Zelfs bij de bakker liggen nu ‘vegan pastries’ waar vroeger appelflappen lagen. Waar is de gezelligheid? Waar is onze taal?” vraagt hij zich af.
Engels als prestige
Wat hem nog het meeste steekt: ook jonge Nederlanders schakelen steeds vaker over op Engels. “Ze vinden het stoer,” zegt hij. “Alsof Nederlands iets ouds en stoffigs is. Zelfs op scholen en universiteiten hoor je nu meer Engels dan ooit. Zo raak je je eigen stem kwijt.”
Een stad die niet meer als thuis voelt
Toen hij merkte dat het thuisgevoel wegebde, besloot Jan te vertrekken. “Ik wilde gewoon bij de groenteman een praatje kunnen maken, zonder dat iemand meteen in het Engels begint.” Nu woont hij in een dorp waar mensen elkaar nog gewoon groeten.
Rust en herkenbaarheid
In zijn nieuwe omgeving hoort hij weer het vertrouwde dialect om zich heen. Mensen nemen de tijd en praten elkaars taal. “Dat is voor mij vrijheid,” zegt hij tevreden. “Ik hoef niet na te denken over woordjes. Ik praat gewoon Nederlands, zoals het hoort.”
Is Jan ouderwets of heeft hij een punt?
Sommigen vinden hem conservatief en zeggen dat Engels nu eenmaal past bij een internationale stad. Anderen snappen hem helemaal. “Het gaat mij niet om angst voor vernieuwing,” zegt Jan. “Het gaat om respect voor wie we zijn.”
Taal vertelt wie we zijn
Voor Jan is taal meer dan alleen woorden uitwisselen. Het is cultuur, humor, geschiedenis en verbinding. “Als iedereen Engels spreekt, verliezen we iets dat niet meer terugkomt,” zegt hij. “Je kunt een stad modern maken, maar als je niet oppast, gaat het hart verloren.”
Wat vind jij
Vind jij dat Amsterdam te ver is doorgeslagen in het willen zijn van een internationale stad? Of hoort dit juist bij een open, moderne samenleving? Misschien ligt de waarheid ergens ertussenin, maar één ding is zeker: de stad is veranderd.
Waar Jan vroeger met opgeheven hoofd door “zijn” straten liep, voelt hij zich er nu meer bezoeker dan bewoner. “Ik hoef geen wereldstad,” zegt hij. “Ik wil gewoon mijn Amsterdam terug. Een plek waar Nederlands nog klinkt en mensen elkaar begrijpen.”
En als Jan terugdenkt aan de dagen dat hij de krantenjongen nog verstond en de marktkoopman galmde “drie bossen tulpen voor een tientje”, vraagt hij zich af of die tijd ooit terugkomt.