Hans (82) begrijpt het niet: waarom staat de gascentrale in Groningen nog steeds uit?

“Dit slaat toch nergens op,” bromt Hans, 82, terwijl hij zijn energierekening omhoog houdt alsof het een prent is. “De kosten blijven maar omhoog knallen, mensen kiezen tussen warm blijven of eten kopen, terwijl er in Groningen nog genoeg gas zit voor jaren.”

Een koel hoofd bij een vurige discussie

Hans woont in Drenthe, op een steenworp van het gasveld dat Nederland decennialang draaiende hield. Hij weet nog hoe normaal en goedkoop gas ooit was. “Iedereen had de kachel gewoon aan, niemand piekerde over een strenge winter. Nu hoor je alleen: ‘doe een dikke trui aan en draai de thermostaat omlaag’. Dat is geen beleid, dat is improviseren.”

Er zit nog zat gas, vindt Hans

Volgens Hans is het te gek voor woorden dat Nederland afhankelijk is gemaakt van buitenlandse energie. “We kopen gas bij anderen, terwijl het hier onder onze voeten ligt. Hoe krom is dat? Met het Groningse gas kunnen we nog jaren vooruit. En ja, die bevingen waren ellendig, maar met de technieken van nu moet dat toch een stuk veiliger kunnen?”

Hij is ervan overtuigd dat je met moderne methodes gecontroleerd kunt winnen, zonder de Groningers opnieuw op te zadelen met schade. “We sturen raketten naar Mars, maar veilig gas winnen in eigen land zou niet lukken? Doe normaal.”

De klap van de energierekening

Voor Hans is dit geen theoretisch dossier, maar iets wat in huis voelbaar is. Zijn vrouw is een paar jaar geleden overleden en met een pensioen moet hij elke cent omdraaien. “De energierekening is bijna twee keer zo hoog. Dat is geen luxeprobleem, dat is een mokerslag voor gewone mensen. En wat doet de overheid? Praten over wind en waterstof. Leuk voor later, maar daar heb ik nu niks aan.”

Hij haalt diep adem. “Vroeger stookte ik de kachel lekker op zonder erover na te denken. Nu twijfel ik of ik het kan betalen om de kamer warm te krijgen. Terwijl hier, pal onder ons, genoeg gas zit om het land te verwarmen.”

Groningen blijft een open zenuw

Hans snapt heus dat het onderwerp gevoelig ligt. De aardbevingen hebben in het noorden diepe wonden geslagen. Duizenden bewoners kampen met scheuren in hun huizen en een totaal geschaad vertrouwen in de overheid. Toch vindt hij dat het gesprek opnieuw op tafel moet. “Je kunt niet alles op slot zetten omdat het mis is gegaan. Leer ervan, regel het beter en pak het verantwoord aan.”

Praktisch blijven, geen symboolpolitiek

Hans ergert zich aan wat hij “ideologisch energiebeleid” noemt. “Zonnepanelen en windmolens zijn prima, maar als het donker is of windstil, heb je er weinig aan. Dan halen we alsnog gas uit Noorwegen of Qatar. Wat schiet je daarmee op? Dat gas wordt er echt niet schoner van omdat het van ver komt.”

Volgens hem is het slimmer om voorlopig eigen gas te benutten, terwijl je intussen hard werkt aan duurzame alternatieven. “Gebruik wat je hebt en bouw tegelijk aan de toekomst. Dat is pas nuchter.”

Wat vind jij?

Heeft Hans een punt? Moet Nederland, ondanks alle pijnlijke ervaringen, het Groningse veld deels heropenen om de energiekosten draaglijk te houden? Of is dat juist een stap terug die de veiligheid van Groningers en het milieu onder druk zet?

De meningen blijven hoe dan ook uiteenlopen. Maar één ding staat vast: voor mensen zoals Hans is de energietransitie geen ver plan, maar een zorg van alledag.

En terwijl hij zijn dikke trui recht trekt en naar de koude woonkamer tuurt, zegt hij met een mix van boosheid en gelatenheid:
“We hebben hier letterlijk een schat in de bodem, maar we laten ’m liggen terwijl mensen zitten te koukleumen. Leg mij dat maar eens uit.”