Waarom grootouders meer van hun kleinkinderen lijken te houden dan van hun eigen kinderen: het grootmoederbrein-fenomeen

Onderzoek naar de voorkeur van grootmoeders voor hun kleinkinderen

Misschien heb je gezien dat je moeder, nu oma, helemaal opbloeit wanneer ze bij haar kleinkinderen is. Dit is niet alleen jouw observatie, het is wetenschappelijk onderbouwd. Meerdere onderzoeken hebben dit fenomeen onderzocht en de term ‘grootmoederbrein’ helpt dit fenomeen te verklaren. Dit beschrijft de unieke liefde en aandacht die grootmoeders aan hun kleinkinderen geven. Ze ondersteunen hun eigen kinderen door op te passen en te zorgen, waardoor de kleinkinderen waardevolle tijd kunnen doorbrengen bij hun familie en overladen worden met genegenheid.

In 2021 voerden onderzoekers van Emory University, onder leiding van professor James K. Rilling, een onderzoek uit met 50 grootmoeders, elk met ten minste één biologisch kleinkind van tussen de drie en twaalf jaar oud.

Tijdens het onderzoek bestudeerden de wetenschappers de hersenactiviteit van grootmoeders door hen foto’s te tonen van hun kleinkind, een onbekend kind, een volwassene van hetzelfde geslacht als hun kind, en een onbekende volwassene. Tevens werden er vragenlijsten ingevuld om de mate van betrokkenheid bij en gehechtheid aan hun kleinkinderen te meten. De bevindingen waren verbluffend: bij het zien van foto’s van hun kleinkind werden hersengebieden geactiveerd die gekoppeld zijn aan emotionele empathie.

De kracht van emotionele empathie

Emotionele empathie is het vermogen om mee te voelen en de emoties van een ander te begrijpen. De studies tonen aan dat grootmoeders een bijzondere aanleg hebben om de gevoelens van hun kleinkinderen aan te voelen, wat hen dichter bij hun kleintjes brengt. Deze gedeelde emoties zorgen ervoor dat kleinkinderen zich geliefd en begrepen voelen, wat belangrijk is voor hun ontwikkeling. Het gevoel van erkend en gerespecteerd worden draagt bij aan een stabiele en gelukkige jeugd.

De observaties van professor Rilling en zijn team vormen slechts het beginpunt voor verder onderzoek naar dit interessante fenomeen. Ze blijven onderzoeken hoe deze relaties zich vormen in verschillende contexten en met diverse mensen.

Waarom is deze band zo speciaal?

Dat grootmoeders een hechte band hebben met hun kleinkinderen roept ook de vraag op waarom die band soms sterker lijkt dan met hun eigen kinderen. Dit heeft deels te maken met een ander verantwoordelijkheidsniveau. Grootouder zijn komt vaak met minder stress en druk in het dagelijks leven vergeleken met het opvoeden van eigen kinderen. Deze relatieve rust biedt grootmoeders de ruimte om volop te genieten van hun tijd met de kleinkinderen.

Omdat ze zich niet zo druk hoeven te maken over opvoeding en discipline, kunnen grootmoeders zich volledig richten op de mooie momenten en activiteiten met hun kleinkinderen. Uiteindelijk gaan de kleinkinderen toch weer naar huis, waardoor grootmoeders de kans krijgen om onvoorwaardelijke liefde en genegenheid te schenken zonder de stress die bij dagelijks ouderschap hoort. Veel oma’s geven zelfs toe dat ze het grootouderschap meer waarderen dan de opvoeding van hun eigen kinderen, voornamelijk door de verminderde financiële en dagelijkse lasten.

De rol van grootouders

Het onderzoek toont aan dat grootmoeders ook een belangrijke vrouwelijke rol vervullen in het leven van een kind. Ze luisteren, begrijpen de behoeften en emoties van hun kleinkinderen en bieden steun aan de ouders. Deze emotionele en cognitieve betrokkenheid zorgt voor een diepere, positieve relatie. Terwijl de studie zich vooral richtte op vrouwelijke grootouders, spelen ook grootvaders een waardevolle en geliefde rol in het leven van hun kleinkinderen.

Bronnen: National Library of Medicine, Emory University