Nog steeds aan het zoeken naar het juiste antwoord? De oplossing voor de bovenstaande vergelijking is 15.
Laten we het wat makkelijker maken.
We noemen cola ‘C’, burgers ‘B’, en frietjes ‘F’.
Dus, de vergelijkingen die we hebben zijn:
Vergelijking 1: C + C + C = 30
Vergelijking 2: C + B + B = 20
Vergelijking 3: B + 2F + 2F = 9
Vergelijking 4: B + F * C = ?
Laten we het stap voor stap oplossen.
We beginnen met vergelijking 1:
C + C + C = 30
3C = 30
C = 10
De waarde van C invullen in vergelijking 2:
C + B + B = 20
10 + 2B = 20
2B = 10
B = 5
De waarde van B invullen in vergelijking 3:
B + 2F + 2F = 9
5 + 4F = 9
4F = 4
F = 1
Nu weten we dat één cola 10 is, één burger 5 is, en één zakje friet 1 is.
Voor de laatste vergelijking 4, alle waarden invullen:
B + F * C = ?
5 + 1 * 10 = ?
Toepassen van de rekentruc BODMAS.
5 + 10 = 15
Deel deze hersenkraker wiskundepuzzel met je vrienden en familie. Daag ze uit om de frietjes-, burger- en colapuzzel in 15 seconden of minder op te lossen!