Nul-emissiezones jagen loodgieter weg: stopt met klussen, klanten blijven met lekkages achter

Loodgieter kapt ermee in zero-emissiezones

Door het hele land duiken zero-emissiezones op om de luchtkwaliteit op te krikken en de CO₂-uitstoot omlaag te krijgen. Klinkt ambitieus, maar in het echt lopen kleine ondernemers vast. Vooral vaklui die afhankelijk zijn van een bus vol spullen merken dat de regels hun werk bijna onmogelijk maken.

“Op deze manier kan ik m’n vak niet uitvoeren”

Kijk naar Jan, een Rotterdamse loodgieter die al twintig jaar met z’n bus van adres naar adres rijdt. Hij is er klaar mee. Met de nieuwe eisen wordt het volgens hem een onmogelijke puzzel om nog in de stad te werken. En zin in kronkeloplossingen heeft hij niet: als het zo moet, slaat hij die klussen gewoon over.

Die bus is geen luxe, maar onmisbaar

Voor iemand als Jan is een bus geen leuk extraatje, maar gereedschap nummer één. Alles wat hij nodig heeft ligt achterin: van koperen leidingen tot zware sleutels en onderdelen. Op de fiets met een rugtas? Vergeet het maar. Zonder bus kun je simpelweg niet leveren wat klanten verwachten.

Nieuwe eisen, oude bus: je komt er niet meer in

Vanaf januari 2025 mogen in die zones alleen elektrische bestelbussen naar binnen. Jans diesel uit 2016 is keurig onderhouden, maar die blijft straks buiten. Overschakelen klinkt simpel, maar dat is het niet. Een e-bus met genoeg laadvermogen kost een smak geld en zelfs met subsidie blijft het verschil enorm.

Duur, schaars en maanden wachten

Voor een elektrische bestelbus die echt zwaar werk aankan zit je al gauw rond de 60.000 euro. En dan moet je er nog eentje weten te bemachtigen ook. Levertijden lopen maanden op en de tweedehandsmarkt is klein én prijzig. Als zelfstandige is dat geen knop die je even omzet.

Laden, leuk bedacht… maar waar dan?

Jan woont in een rijtjeshuis zonder oprit. Een kabel over de stoep kan niet, en openbare laadplekken zijn vaak bezet of onhandig gelegen. Na een lange dag wil je ook niet nog een uur rondjes rijden op zoek naar stroom. In theorie prima, in de praktijk schiet het tekort.

Ontheffing? Papierwinkel en geen zekerheid

Jan heeft een ontheffing geprobeerd aan te vragen. Dat bleek een uitputtingsslag: aantonen dat je écht niet zonder fossiele brandstof kunt, wachten, duimen dat je aanvraag goed valt. En al krijg je ‘m, dan is het tijdelijk. Over een paar jaar begint hetzelfde spel en moet je alsnog elektrisch.

Bewuste keuze: geen opdrachten meer in de zones

Voor Jan is de grens bereikt. Hij neemt geen klussen meer aan binnen zero-emissiezones. Ja, dat scheelt omzet. Maar hij gaat zich niet in de schulden steken voor een regel waar hij praktisch niet aan kan voldoen. Buiten die zones zijn genoeg klanten die hem wel kunnen ontvangen.

Het raakt de hele bouw- en kluswereld

Loodgieters, timmermannen, elektriciens, schilders: allemaal lopen ze tegen dezelfde beperkingen aan. De vraag in binnensteden is groot, maar je moet er wel kunnen komen. Een bakfiets vol gereedschap is leuk voor een foto, niet voor een lekkage op de vijfde verdieping.

De rekening eindigt bij de klant

Bewoners en bedrijven in die gebieden gaan het merken. Minder aanbod betekent langere wachttijden en hogere prijzen. Bedrijven die nog wél komen, rekenen extra tijd, laadkosten en logistieke omwegen gewoon door. Uiteindelijk belandt de rekening bij de klant.

Goede intenties, matige uitvoering

Niemand is tegen schonere lucht, maar de uitvoering rammelt. Volgens Jan worden de regels achter bureaus bedacht, zonder gevoel voor wat een vakman dagelijks meesjouwt. Hij pleit voor haalbare opties: inzet van schonere brandstoffen zoals HVO, waterstof of biogas, betaalbare elektrische bussen met korte levertijden en een laadnetwerk dat ook voor bewoners werkt.

Als vaklui de stad mijden, wat dan?

Gaat het zo door, dan vreest Jan dat steeds meer vakmensen de binnenstad links laten liggen. Vandaag de loodgieters, morgen de schilders en aannemers. Dan heb je als stad alsnog een probleem. Tot die tijd werkt hij waar hij welkom is: plekken waar zijn bus nog naar binnen mag en klanten blij zijn dat er snel iemand langskomt. De rest redt zich voorlopig maar even.