De Europese Commissie werkt achter de schermen aan noodgrepen om te voorkomen dat miljoenen Europeanen straks worden verrast door exploderende energie- en brandstofkosten. Aanleiding is een nieuwe klimaatheffing die rechtstreeks voortvloeit uit de plannen van oud-Eurocommissaris Frans Timmermans.
Vanaf 2027 moeten aanbieders van gas, benzine en diesel gaan betalen voor de CO₂ die hun producten veroorzaken. Dat lijkt een maatregel voor grote bedrijven, maar de rekening belandt uiteindelijk bij de consument.
Het Nederlandse kabinet rekent erop dat een gemiddeld huishouden enkele honderden euro’s extra per jaar kwijt is, terwijl kleine ondernemers rekening moeten houden met €450 tot ruim €1.000 aan bijkomende kosten.
Klimaatheffing kan de prijzen laten ontsporen
De prijs voor CO₂ waar bedrijven straks aan vastzitten, loopt jaar na jaar op. Hoe duurder uitstoot wordt, hoe meer alles wat met fossiele brandstoffen samenhangt in prijs stijgt: autorijden, je huis verwarmen, koken, transport.
Op papier moet zo’n prikkel je richting vergroening duwen, maar in de praktijk is de vrees groot dat vooral mensen met een kleine beurs de hardste klappen krijgen. Verschillende lidstaten waarschuwen dat een extra heffing op gas en brandstof kan uitmonden in massale onvrede – vergelijkbaar met de Franse gelehesjesprotesten.
Brussel werkt aan een ‘noodrem’
Om te voorkomen dat energieprijzen uit de bocht vliegen, timmert de Europese Commissie aan een “schokdemper”. Die moet ingrijpen zodra de CO₂-markt te hard oploopt. Een van de ideeën is om tijdelijk extra emissierechten uit te geven, zodat de prijs kunstmatig daalt.
Het plan komt van Eurocommissaris Wopke Hoekstra, die de zorgen van lidstaten probeert te sussen. Tegelijk wil hij vasthouden aan de start in 2027, uit angst dat uitstel de geloofwaardigheid van het Europese klimaatbeleid aantast.
De kostbare nalatenschap van Frans Timmermans
Deze heffing is onderdeel van de Green Deal, het omvangrijke klimaatpakket dat Timmermans als Eurocommissaris introduceerde. Het doel was om Europa in 2050 klimaatneutraal te maken, maar inmiddels zorgt het voor politieke spanning en verdeeldheid.
Volgens steeds meer landen en partijen is het groene ideaal doorgeslagen in bureaucratie en kosten. Duitsland en Italië willen het verbod op nieuwe brandstofauto’s in 2035 terugdraaien, terwijl in het Europees Parlement een rechtse meerderheid staat te trappelen om strenge milieuregels af te zwakken.
Na de laatste verkiezingen schuift Brussel zelf op richting een meer pragmatische, centrumrechtse koers, met meer focus op betaalbaarheid en minder nadruk op symbolische klimaatgebaren.
De rekening die op de burger afkomt
Hoe dit uiteindelijk uitpakt, hangt af van hoe stevig Brussel de ‘schokdemper’ inzet. Duidelijk is wel dat de ‘Timmermans-taks’ een nieuwe vaste kostenpost wordt voor miljoenen Europeanen.
Als je nu al worstelt met je energierekening, komt daar straks waarschijnlijk nog een tik bovenop via de pomp en je gasnota. En hoewel de Commissie spreekt van “eerlijk klimaatbeleid”, vragen steeds meer mensen zich af: hoe eerlijk is een transitie die de gewone man de hoogste prijs laat betalen?