Rijst koken lijkt in eerste instantie een fluitje van een cent: je kookt water, doet er rijst bij, en wacht tot het kookt. Maar vaak komt die perfecte, luchtige rijst van het restaurant er thuis niet uit. Waarom smaakt rijst in een restaurant altijd beter dan die je zelf maakt?
Met een paar kleine trucjes kun je je rijst al flink verbeteren. Maar wat is nu precies het geheim van die restaurantachtige rijst?
Spoelen en weken
Vroeger waste je rijst om vuil en steentjes te verwijderen. Dat is nu niet meer nodig, maar spoelen blijft wel belangrijk. Als je rijst kookt zonder te spoelen, ontstaat er vaak veel schuim door het zetmeel. Door de rijst goed te spoelen totdat het water helder is, haal je overtollig zetmeel weg, waardoor de rijst niet kleverig wordt. Als je bruine rijstsoorten zoals zilvervliesrijst, Basmati, Jasmine of Texmati gebruikt, is het aan te raden om de rijst 30 minuten tot een uur te laten weken.
De juiste hoeveelheid water
De verhouding tussen water en rijst is cruciaal voor het maken van de perfecte rijst. Veel mensen volgen de instructies op de verpakking, maar dat levert niet altijd het beste resultaat. Voor langkorrelrijst zoals Basmati en Jasmine gebruik je 360 tot 420 milliliter water per 175 gram rijst. Bruine rijst vereist meer water; daar gebruik je ongeveer 480 milliliter water per 175 gram rijst.
Kies een stevige pan
Het soort pan dat je gebruikt kan ook een groot verschil maken. Gebruik bij voorkeur een pan met een dikke bodem, omdat die de warmte beter vastlegt en gelijkmatig verdeelt. Een dunne bodem zorgt voor een hete kern, waardoor de rijst ongelijkmatig gaar kan worden.
Met deze voorbereidingen ben je klaar voor de volgende stap: het koken van de rijst.
Ga naar de volgende pagina